Het gaat niet altijd goed

Een bewogen huisbezoek

Door de gesloten deur proberen we een gesprek te voeren met de twee kleuters aan de andere kant van de deur. ‘Waar is moeder?’ vragen we ons af. En hoelang zijn de kinderen al alleen, als de school ze vanochtend al miste bij het paasontbijt? De paniek breekt bij ons uit, terwijl de kleintjes het nog wel een leuk spelletje lijken te vinden.

Chantal was aangemeld vanwege haar jonge ouderschap en het feit dat ze niet thuis kon wonen bij haar ouders. In het aanvankelijk succesvolle traject van intensieve ambulante gezinsbegeleiding (IAG) werden in de eerste fase alle gestelde doelen behaald. In de gespecialiseerde jeugdzorg krijgen we soms te maken met onverwachte en zeer ernstige wendingen. Uiteindelijk moesten we het traject afsluiten, zonder dat de gestelde doelen zijn behaald.

Het ging zo goed met Chantal en haar twee dochtertjes van vier en vijf jaar oud. Ondanks haar jonge leeftijd had ze enorme stappen gezet. Ik heb prachtige momenten vastgelegd op video: hoe goed Chantal kan kijken en luisteren naar haar kinderen, allerlei momenten in het gezinsleven. Moeder deed ook veel met de tips die ik gaf. Ze had werk gevonden in de supermarkt en betaalde geleidelijk haar schulden af. Gelukkig kon ze wonen bij haar tante, waar ze mee draaide in het gezinsleven.

 

Het is een bijzonder moment als Chantal zelfstandig gaat wonen met haar meisjes. Vol vertrouwen volg ik de stap naar haar eigen huisje op driehoog in Amsterdam-Noord. Tijdens de huisbezoeken zie ik hoe Chantal en de kinderen hun weg vinden op het nieuwe plekje. Ze is erin geslaagd om een sfeervol thuis te creëren en ik denk voorzichtig na over het afbouwen van de hulpverlening.

 

Maar dan treedt er een verandering op. De kinderen zijn regelmatig niet of te laat op school en onze afspraken gaan vaak niet door. Vanuit de school worden zorgen gemeld over de ontwikkeling van de meisjes. Ik vind het moeilijk om een beeld te krijgen wat er met haar aan de hand is. Wanneer ik Chantal een keer thuis tref vertelt zij dat er weer geldproblemen zijn. Zit moeder misschien in de prostitutie? De familie is bereid om Chantal te ondersteunen, maar krijgt ook moeilijk grip. We maken opnieuw een afspraak om de zorgen te bespreken en haar weer aan boord te krijgen. We weten immers dat ze het kan, dus wat is er in vredesnaam aan de hand?

 

En dan belt op een vrijdagochtend de school met het bericht dat de meisjes er niet zijn en dat ze ook geen contact krijgen met moeder. Samen met de collega van de jeugdbescherming, die de zaak nog van afstand volgt, ga ik naar de woning en bel aan. Achter de voordeur horen we de twee kleintjes rondscharrelen, maar ze zien geen teken van moeder. Door de brievenbus proberen we te praten met de meisjes. We bellen Chantal, maar krijgen geen contact. Haar familie heeft ook al geen idee waar ze is. Het zweet breekt ons uit, maar door de brievenbus babbelen we geruststellend met de meisjes. Wat nu?

 

Via via verneemt de familie dat Chantal in Rotterdam is voor een dringende afspraak. Door aandringen van de familie neemt Chantal uiteindelijk de telefoon op als ik voor de zoveelste keer bel. Chantal geeft zonder nadere informatie aan dat zij voorlopig nog niet weg kan.

 

Er zit niets anders op: we moeten de kinderen veiligstellen. Met behulp van politie en brandweer proberen we bij de meisjes te komen. Door de brievenbus vertel ik de meisjes wat er gaat gebeuren en probeer ze gerust te stellen. Het is een indrukwekkend schouwspel waar de hele buurt voor uitgelopen is: door de brandweer worden de kinderen via een grote uitschuifladder en het balkon van de buren uit de woning gehaald. In de politieauto krijgen ze allebei een beertje. Ik ga mee als ze naar een nicht van moeder worden gebracht.

 

Na deze bewogen vrijdag vermijdt moeder alle contact en na diverse pogingen tot contact moet ik het traject afsluiten. Jeugdbescherming blijft betrokken, maar krijgt ook moeizaam contact met moeder. De meisjes blijven uithuisgeplaatst bij hun tante, moeder heeft dit gelaten ondergaan.

 

Maanden later ben ik uit eten in de stad met mijn twee kinderen, ter gelegenheid van de 18e verjaardag van mijn dochter. Als we naar huis lopen zegt mijn dochter terwijl we langs een gokhal komen: “Mam, mag ik voor één keer daar naar binnen?” Ze zet haar voet al over de drempel van dit donkere hol en schoorvoetend sjok ik mijn dochter en zoon achterna. Terwijl de ananassen, trosjes druiven en citroenen voor onze ogen voorbij flitsen bij de éénarmige bandiet, zie ik ineens vanuit mijn ooghoek Chantal verderop voor een gokautomaat zitten. Ze ziet mij niet en wordt helemaal in beslag genomen door de machine. Het ziet er eenzaam uit, een verdrietig gevoel overvalt me. Het contrast voelt pijnlijk groot. Ik hier met mijn kinderen, en daar Chantal alleen. Ze heeft het niet gered met haar kinderen, ondanks haar opvoedkwaliteiten.

 

De namen zijn op privacyredenen gefingeerd.